Oradour-sur-Glane

Juni 2022

Maandag 10 juni 2019 was het 75 jaar geleden dat het bloedbad van Oradour-sur-Glane (vlakbij Limoges) plaatsvond. Oradour-sur-Glane was ooit een bloeiende gemeenschap met veel winkels, een bakkerij, een garage en een café. Er was zelfs een school, er reed een tram naar Limoges en er waren twee hotels.
Robert Hébras, 96 jaar oud, heeft samen met zijn kleindochter een verslag geschreven over het bloedbad in Oradour-Sur-Glane tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij vindt het nog steeds heel belangrijk om over deze verschrikkelijke tragedie te praten en te getuigen over wat er is gebeurd. Het boek heet dan ook “Le dernier témoin d’Oradour-sur-Glane” (de laatste getuige van Oradour-sur-Glane).

De heer Hébras was 19 jaar oud toen op 10 juni 1944 een SS-divisie van de nazi’s het dorp Oradour-sur-Glane (Haute-Vienne) binnentrok. De mannen werden dood geschoten en de vrouwen en kinderen werden bijeengedreven in de plaatselijke kerk, die in brand werd gestoken en vervolgens werd de stad geplunderd.
Het bloedbad – waarvan werd aangenomen dat het was gepleegd als vergelding voor aanvallen van het Franse verzet – was een van de ergste wreedheden die tijdens het conflict op Franse bodem zijn begaan.
Als reactie beval de toenmalige president – generaal Charles de Gaulle – dat de in puin geschoten stad zo moest blijven, als een permanent gedenkteken voor de wreedheden en het lijden van de mensen.

De heer Hébras had tijdens zijn jeugd in het dorp gewoond en verloor zijn moeder en twee van zijn drie zussen bij de gruweldaad. In het boek beschrijft hij wat er die dag gebeurde, en merkt op dat geen van de inwoners van het dorp enig idee had van wat er ging gebeuren toen de SS-officieren arriveerden. Hij raakte gewond toen de nazi-SS-officieren op hem en de andere mannen in het dorp schoten. Ernstig gewond maar in leven, heeft hij zich “dood” gehouden, en kon pas ontsnappen toen hij op het punt stond te worden verbrand.

In totaal werden 642 bewoners gedood, onder wie 205 kinderen.
Slechts zeven dorpelingen overleefden het bloedbad: zes mannen en een vrouw, terwijl nog eens 15 het dorp konden ontvluchten voordat het bloedbad begon of de razzia konden vermijden door zich te verstoppen.

Later werd hij herenigd met zijn zus, die in een nabijgelegen dorp woonde, en vond zijn vader terug, die terugging naar Oradour om zijn moeder en andere zussen te zoeken. Op dat moment realiseerde de vader zich dat ze levend waren verbrand en dat hij ze nooit meer zou zien. Dat was de grootste schok die hij ooit in zijn leven gehad heeft.

Twee jaar geleden bezocht de heer Hébras de stad voor de laatste keer, in aanwezigheid van president Emmanuel Macron, en schoolkinderen die zich de ramp konden herinneren.
President Macron heeft de heer Hébras benoemd tot “Commandeur de l’Ordre National du Mérite” als erkenning voor zijn tragische ervaring en zijn werk om het bewustzijn te vergroten en het verhaal sindsdien te vertellen.

Wij hebben zelf jaren geleden Oradour-sur-Glane bezocht. Dat heeft een enorme indruk op ons gemaakt. Zo ongelooflijk triest om te zien en te beseffen wat hier allemaal gebeurd is. Wat een vreselijk lijden voor alle inwoners. Een paar jaar geleden zijn we nog een keer teruggegaan. Hoe graag iedereen ook wil dat Oradour een permanent gedenkteken voor de wreedheden moet blijven, je ziet toch grote veranderingen. De ruïnes, die steeds verder in verval raken. Ook het bezoekerscentrum stond er aanvankelijk niet. Het centrum verklaart de betekenis van de tragedie en blijft de gebeurtenissen herdenken voor toekomstige generaties zodat ze nooit verloren zullen gaan.
Robert Hébras merkte bij zijn bezoek dan ook op: “Ik geloof dat we moeten wachten tot de ruïnes vanzelf verdwijnen. Wat we ook doen, ze zullen verdwijnen.”

TWEEDE WERELDOORLOG

Net boven Limoges ligt Oradour-sur-Glane. Hier heeft op 10 juni 1944 een bloedbad plaatsgevonden. Op weinig plekken in Frankrijk zijn de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog zo voelbaar als in Oradour-sur-Glane, een dorp in de Limousin dat in 1944 werd uitgemoord door de SS. Oradour is nog altijd een zeer aangrijpende emotionele plek om te bezoeken. Het dorp werd die dag door de Duitsers ingesloten en uiteindelijk verwoest. Bij deze overval werden 642 mensen vermoord (bijna het hele dorp!). Slechts zeven personen overleefden het bloedbad. In Oradour werden de mannen op verschillende plaatsen in het dorp met machinegeweren geëxecuteerd. De lichamen werden vervolgens in brand gestoken. De vrouwen en kinderen werden samengebracht in het kerkgebouw in het dorp. Rond 17 uur staken de SS’ers de kerk in brand. Door de rook stortten de vrouwen zich in blinde paniek op de deuren. Daar werden ze opgewacht door de SS’ers die hen met machinegeweren bestookten zodat ze weer naar binnen moesten vluchten. Slechts één vrouw overleefde de slachtpartij. Het jongste kind dat omkwam was slechts acht dagen oud.

Het was de grootste massaslachting door de nazi’s op burgers in Frankrijk, vermoedelijk ook de grootste in heel Europa. Men denkt dat het bloedbad een wraakactie geweest is. Twee dagen eerder werd namelijk in Saint-Junien, een plaatsje nabij Oradour, een spoorbrug opgeblazen.

Na de oorlog werd het dorp nabij de ruïnes herbouwd.
Generaal Charles de Gaulle bracht een bezoek aan Oradour en besloot dat het dorp zo moest blijven zoals het achtergelaten was, inclusief bijvoorbeeld de auto van de huisarts die nog op het dorpsplein staat. Geen steen zou verlegd mogen worden. Dit als gedenkteken aan de afschuwelijke oorlog. Alle ruïnes zijn nog in de staat van na de verwoesting. Kleine plaquettes op de huizen geven aan of er een winkel, kapperszaak, garage of kledingatelier gevestigd was. Bij de ingang van het dorp is sinds 1999 een museum ingericht, het Centre de la Mémoire. Het is een ondergronds museum. Het museum laat het hele verhaal zien in woord, beeld en geluid. Er is een Nederlandse audiogids verkrijgbaar met duidelijke uitleg bij het bezoek aan het museum. Wie de uitgang van het museum passeert, komt midden in het dorp weer bovengronds.

Le Centre de la Mémoire is 7 dagen per week open vanaf 1 februari tot en met 15 december.

Van 1 februari tot 28 februari:
van 9h tot 16h
Van 1 maart tot 15 mei:
van 9h tot 17h
Van 16 mei tot 15 september:
van 9h tot 18h
Van 16 september tot 31 oktober:
van 9h tot 17h
Van 1 november tot 15 december:
van 9h tot 16h

Van 16 december tot en met 31 januari is het museum gesloten.

Huisdieren zijn én in het dorp én in het museum niet toegestaan.
Voor meer informatie klik hier