Te hoge cholesterol concentratie in het bloed en dan………( deel 2 )

De relatie met hart – en vaatziekten

Dr. Wietze B.M. Erich, arts-fysioloog.
Wietze Erich zal periodiek relevante medische informatie in Eau de Vie publiceren, waarvoor wij hem zeer erkentelijk zijn. Wietze zet zich in voor Nederlanders wonend in Frankrijk inzake medische zorg: zie www.fanf.fr en www.cmunf.fr.

Introductie

In “Eau de Vie” van april jl. werd de problematiek geïntroduceerd van het eventueel gebruik van statines bij een te hoge cholesterol concentratie in het bloed. Voor een beter begrip is primair de functie van het cholesterol in zijn diverse verschijningsvormen, in het bijzonder LDL- en HDL-cholesterol, aan de orde geweest. Nu wordt ingegaan op de associatie met hart- en vaatziekten.

De rol van het LDL-cholesterol
De relatie tussen hart- en vaatziekten is gelegen in het feit dat LDL-deeltjes kunnen doordringen in de binnenwand (endotheel) van bloedvaten (arteriën) die het bloed naar de weefsels transporteert. Hierbij kan een eerste beschadiging optreden van dit endotheel waardoor een ontstekingsreactie plaats vindt. Bij een te hoog gehalte van cholesterol ontstaat onder het endotheel, waar bindweefsel en spiercellen zitten, een ophoping van LDL-deeltjes in de bloedvatwand. Dit is dan het begin van wat in de volksmond aderverkalking wordt genoemd. Aderverkalking*, in medische termen ook wel atherosclerose genoemd, is een verouderingsziekte. Bij jongvolwassenen start reeds de ontwikkeling van de atherosclerose (fase 1: zie figuur over fasen atherosclerosis). Door genoemde ontsteking wordt het endotheel van de vaatwand meer doorlaatbaar voor ontstekingscellen en LDL-deeltjes (fase 2). Het bloed bevat ook een speciale soort witte bloedcellen (macrofagen) die een ‘opruimfunctie’ hebben. Macrofagen ruiken als het ware de opgehoopte LDL-deeltjes onder het endotheel van het bloedvat, en gaan erop af om het LDL weer op te ruimen. Ook HDL-deeltjes spelen dan een belangrijke rol door het oppikken van overtollig cholesterol en vervoeren het dan naar de lever om vervolgens omgezet te worden tot galzuren en uitgescheiden te worden in de darm.

*Zie www.umcg.nl/NL/Zorg/Volwassenen/zob2/aderverkalking/Paginas/default.aspx

 
 

Maar er kunnen ook zoveel LDL-deeltjes aanwezig zijn dat het de macrofagen niet meer lukt om ze allemaal op te ruimen. De macrofagen proppen zich letterlijk vol met LDL-deeltjes, worden dan schuimcellen genoemd, sterven daardoor af en blijven onder het endotheel liggen (fase 3).

Er ontstaat een“plaque” en ook een vernauwing van het bloedvat waardoor zuurstoftekort in het achterliggende weefsel kan ontstaan. Zodra* zich echter een plaque ontwikkelt, kan dit nog veel vervelender gevolgen hebben dan genoemde vernauwing. Het lichaam probeert de plaque namelijk te beschermen door er een hard kapje overheen te leggen, zoiets als een korst. Als de plaque niet meer groeit, kan dit harde kapje de plaque stabiliseren. Echter wanneer de plaque blijft groeien zal het kapje scheuren door de druk van het ophopende vet onder de plaque. Zodra de inhoud van de gescheurde plaque in het vrijkomt, wordt een stollingsreactie opgeroepen en een bloedstolsel gevormd om het gat te dichten (fase 4). Afgezien van het feit dat dan een grotere vernauwing van het bloedvat optreedt is het grote gevaar dat zo’n stolsel los kan schieten en verder op het vat totaal afsluit. Hierdoor zal het weefsel dat door dit vat wordt voorzien van zuurstof en voedingsstoffen afsterven. Men noemt dit dan een infarct.

*Zie www.cholesterolgids.nl/hart-en-vaatziekten/aderverkalking/

Bekende plaatsen waar frequent zo’n infarct optreedt zijn de kransslagaderen van het hart en de bloedvaten naar en in de hersenen.

LDL-cholesterol als risicofactor*

*Voornamelijk overgenomen uit: “Hartwijzer” van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie

Inleiding over risicofactoren
Een risicofactor verhoogt de kans op een ziekte. Risicofactoren voor hartziekten zijn bijvoorbeeld roken of leeftijd. Sommige risicofactoren kun je beïnvloeden, aan andere kun je niets veranderen. Leeftijd is een voorbeeld van een risicofactor waaraan je niets kunt veranderen. Hoe ouder je bent, hoe groter je risico op een hartziekte. Roken is een voorbeeld van een risicofactor waaraan je wel wat kunt veranderen. Je kunt wel stoppen met roken maar niet stoppen met ouder worden.

Het idee van risicofactoren is niet erg oud.
Pas na de Tweede Wereldoorlog drong het besef door dat bepaalde meetbare factoren een voorspellende waarde hebben voor het risico op het ontstaan van een (hart)ziekte. Dat besef was voornamelijk het resultaat van statistische onderzoeken naar het vóórkomen van hartziekten onder verschillende groepen mensen over een langere periode. Onderzoekers maten bijvoorbeeld het cholesterolgehalte in relatie tot hartziekten en kwamen tot de conclusie dat een hoog cholesterol het risico op een hartziekte vergroot. De onderzoekers noemden een  hoog cholesterolgehalte daarom een risicofactor.
Risicofactoren versterken elkaar. Heb je te maken met twee of meer risicofactoren, dan is het totale risico groter dan de som der delen. Als je rookt en daarnaast overgewicht hebt, dan is het totale risico niet: roken + overgewicht, maar: roken + overgewicht + het-risico-van-de-combinatie-van-die-twee. Hoe meer risicofactoren, hoe groter het risico.
Het risico om binnen tien jaar te sterven aan een hartziekte is sterk afhankelijk van risicofactoren zoals leeftijd, geslacht, roken, een hoge bloeddruk of een hoog gehalte aan LDL-cholesterol. De rode blokjes drukken het risico uit als je een hoog cholesterolratio (>8) en hoge bloeddruk (180+) hebt.

De groene blokjes staan voor het risico als je geen hoog cholesterolratio en geen hoge bloeddruk hebt.

Nadere beschouwing over LDL-cholesterol als risicofactor
De betekenis van een te hoog gehalte aan LDL-cholesterol moet dus beschouwd worden binnen het kader van risicofactoren voor hart- en vaatziekten. LDL-cholesterol staat dan hoog op de lijst van deze risicofactoren:

  • Leeftijd
  • Roken
  • LDL-cholesterol (te veel)
  • Hoge bloeddruk
  • Overgewicht
  • Diabetes
  • Beweging (te weinig)
  • Erfelijke aanleg
  • Geslacht (mannelijk)
  • Stress
  • Voeding (ongezonde)
  • Drugs (cocaïne en andere party drugs)
  • Depressie
  • Luchtvervuiling (fijnstof)
  • Alcohol
  • Geslacht (vrouwelijk)

In het derde artikel (juni 2019) zal ingegaan worden op de behandeling van een te hoog LDL-cholesterol in relatie tot risicofactoren met nadruk op het al of niet gebruiken van statines in het bijzonder (bij kwetsbare ouderen >70 jaar).

Dr. Wietze B.M. Erich